Informatie over het woord updaten (Nederlands → Esperanto: aktualigi)

Synoniem: actualiseren

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈɵbdetə(n)/
Afbrekingup·da·ten

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) update(ik) updatete
(jij) updatet(jij) updatete
(hij) updatet(hij) updatete
(wij) updaten(wij) updateten
(jullie) updaten(jullie) updateten
(gij) updatet(gij) updatetet
(zij) updaten(zij) updateten
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) update(dat ik) updatete
(dat jij) update(dat jij) updatete
(dat hij) update(dat hij) updatete
(dat wij) updaten(dat wij) updateten
(dat jullie) updaten(dat jullie) updateten
(dat gij) updatet(dat gij) updatetet
(dat zij) updaten(dat zij) updateten
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
updateupdatet
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
updatend, updatende(hebben) geüpdatet

Voorbeelden van gebruik

Zodra wij de mogelijkheid hebben, zullen we updaten naar versie 1.5.
De 21‐jarige Facebook‐gebruiker updatete zijn profiel met de melding dat hij spijbelde van zijn werk.
Zeventig procent van de Facebook‐pagina’s wordt nauwelijks—dat wil zeggen minder dan één keer per maand—geüpdatet.

Vertalingen

Catalaansactualitzar
Duitsaktualisieren
Engelsupdate
Esperantoaktualigi
Fransactualiser
Papiamentsaktualisá