Informatie over het woord ibbel (Nederlands → Esperanto: malbonhumora)

Synoniemen: balorig, kregel, kregelig, slechtgehumeurd, landerig, humeurig, gallig, uit zijn humeur, kriegelig, uit zijn hum

Woordsoortbijvoeglijk naamwoord
Uitspraak/ˈɪbəl/
Afbrekingib·bel

Trappen van vergelijking

Stellende trapibbel
Vergrotende trapibbeler
Overtreffende trapibbelst

Verbuiging

 Stellende trapVergrotende trapOvertreffende trap
Predicatiefibbelibbeler(het) ibbelst, (het) ibbelste
AttributiefOnbepaaldManlijk en vrouwelijk enkelvoudibbeleibbelereibbelste
Onzijdig enkelvoudibbelibbeleribbelst
Meervoudibbeleibbelereibbelste
Bepaaldibbeleibbelereibbelste
Partitiefibbelsibbelers 

Voorbeelden van gebruik

Je maakt me ibbel.

Vertalingen

Duitsschlechtgelaunt; übelgelaunt; verdrossen
Engelscross; peevish; pettish; petulant; morose
Esperantomalbonhumora
Fransmaussade