Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word bedenksel
Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
(uitvindsel; verzinsel) | fiction | |
(nadenken; nadenken over; overdenken; prakkezeren; prakkizeren) | ; | |
(uitdenken; uitkienen; verzinnen; uitdokteren) | invent ; devise | |
(zich voorstellen) | ; ; ; ; visualize ; | |
🔗 Hij bedacht menig gruwelijk scenario, maar wist niet wat hij het beste kon doen als een van die scenario’s werkelijkheid werd. | ||
; ; ; ; attend to | ||
🔗 De inkomsten van het klooster, die hij grotendeels tot zijn beschikking had, gebruikte hij niet alleen voor het bestrijden van zijn eigen aanzienlijke uitgaven, hij bedacht er ook de arme boeren mee en verlichtte veelal de nood van de onderdrukten. |
Dutch | English |
---|---|
bedenksel | ⇆ invention |
bedenken | ⇆ bear in mind; ⇆ bethink oneself; ⇆ consider; ⇆ devise; ⇆ excogitate; ⇆ invent; ⇆ keep in mind; ⇆ mind; ⇆ reason out; ⇆ reflect; ⇆ remember; ⇆ think; ⇆ take into consideration; ⇆ think of; ⇆ bethink oneself of; ⇆ contrive; ⇆ hit upon |