Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word bloemschikken
Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
arrange flowers | ||
(keur) | ||
; | ||
🔗 Welke van deze twee bloemen vindt u de mooiste? | ||
🔗 Alleen dan komen de bloemen volledig tot ontwikkeling. | ||
white flour ; | ||
🔗 Haal de schnitzels door de bloem en schud overtollige bloem eraf. | ||
flower‐arranging | floraranĝa arto | |
(conveniëren; gelegen komen; passen; uitkomen; voegen) | ||
🔗 In die week schikt het me iedere dag. | ||
(beredderen; redderen; regelen) | ; | |
🔗 Een dienstmeid bracht een zilveren schaal binnen waarop twaalf rijpe vijgen lagen geschikt. |
Dutch | English |
---|---|
bloemschikken | ⇆ flower‐arranging |
bloem | ⇆ bloom; ⇆ choice; ⇆ cornflour; ⇆ cream; ⇆ farina; ⇆ flour; ⇆ flower; ⇆ white flour |
bloemschikkunst | ⇆ flower arrangement |
schikken | ⇆ accommodate; ⇆ adjust; ⇆ arrange; ⇆ compose; ⇆ compromise; ⇆ conform; ⇆ dispose; ⇆ order; ⇆ regulate; ⇆ set; ⇆ settle; ⇆ suit; ⇆ move up |