Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word completeren

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(aanvullen; voleinden; invullen)
(geheel; totaal; volkomen; volledig)
komplete
🔗 In de eerste plaats hadden vrouw en dochter zijn avond compleet geruïneerd.
(volkomen; volledig; volslagen; voltallig)
🔗 De kudde is niet compleet, zie ik.

DutchEnglish
completeren complete
compleet bodily; collected; complete; completely; dead; fullscale; hook, line and sinker; neck and crop; self‐contained