English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word complete

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
(integral; thoroughgoing; whole; full); ; ; ;
(complement; consummate; finish); ; ;
🔗 It is due to complete its review by June 20.
(full; integral; plenary; thorough);
completed
volbracht
efektivigita
completed
(wrought)
volbracht
elfarita
completed
volbracht
plenumita
completed
(entirely; through; from A to Z); ; ; ;
komplete
🔗 May had promised to take Britain completely out of the bloc’s common trading area and reduce the number of people coming from the EU.
(fully; thoroughly; wholly; in full); ;
🔗 Are you completely satisfied?
completeness
(wholeness)
volkomenheid
;
volledigheid
;
voltalligheid
completeness
(entirety; integrity; wholeness)
volkomenheid
completion
(replacement; replenishment; supplement; complement)
;
voleinding
completion
(settlement)
;
completive
kompletiva
;
🔗 To this day it is still only known from this specimen and an incomplete hand from another individual.

EnglishDutch
complete aanvullen; aflopen; afmaken; algeheel; compleet; completeren; finaal; geheel; gezamenlijk; invullen; klaar; klaarkrijgen; pur sang; totaal; vervolmaken; voleinden; voleindigen; volkomen; volledig; volmaakt; volslagen; voltallig; voltallig maken; voltooid; voltooien
complete a form een formulier invullen
complete with uitgerust met; voorzien van
room complete with furniture gemeubileerde kamer
completed rond
completely compleet; door en door; geheel; geheel en al; straal; ten enenmale; totaal; volkomen; volledig; volslagen
completeness volkomenheid; volledigheid; voltalligheid
completion aanvulling; invulling; suppletie; totstandkoming; vervolmaking; voleindiging; voleinding; volmaaktheid; voltooiing; volvoering
completive aanvullend
incomplete incompleet; onaf; onvolkomen; onvolledig; onvoltallig; onvoltooid