Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word doolweg

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(dwalen; ronddolen; ronddwalen; rondzwerven; zwerven); ;
🔗 Nog altijd zou er een ridder door de bossen dolen met zijn hoofd onder zijn arm.
(baan)
🔗 Je kan hem overal verloren hebben op de weg.
(heen; voort; verwijderd; henen; uit);
;
; ; ;
pathway
;
🔗 President Trump baande zich een weg naar de kerk.
;
🔗 Er was geen weg terug.
(route)
🔗 Hij vroeg de weg naar Lyon.

DutchEnglish
doolweg wrong way
op doolwegen geraken go astray
dolen err; meander; wander; wander about; roam; rove; ramble
weg avaunt; avenue; away; course; done for; gone; haul; inlet; lost; off; out; path; pathway; road; way; track; route; tract; out of the way