Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word eigendomsbewijs
Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
(demonstratie) | demonstration | |
🔗 We hebben bij het bewijs van deze formules de hoeken α en β zó gekozen dat α + β scherp is. | ||
; | ||
🔗 Het bewijs zal ik je geven. | ||
(blijk; merkteken; teken) | ||
(bezit; bezitting; goed) | possession ; property | |
🔗 De zakkenroller greep ernaar, dus werd het ding zijn eigendom. | ||
(eigendomsrecht) | ownership | |
🔗 Ik laat hem gaan uit mijn eigendom. | ||
(bezitting) | property |
Dutch | English |
---|---|
eigendomsbewijs | ⇆ title; ⇆ title‐deed |
bewijs | ⇆ argument; ⇆ attestation; ⇆ certificate; ⇆ cogency; ⇆ demonstration; ⇆ document; ⇆ evidence; ⇆ proof; ⇆ substantiation; ⇆ token; ⇆ showing; ⇆ voucher; ⇆ mark |
eigendom | ⇆ estate; ⇆ holding; ⇆ ownership; ⇆ possession; ⇆ property |