Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word geacht

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(gezien)
🔗 Daarnaast ben ik een geacht burger uit deze streek, en niet een sluw ogende vagebond met een opgedirkt hoofddeksel.
(dierbaar; lief; waard)
(achting hebben voor; achting toedragen; hoogachten)
esteem
(geloven; menen; van mening zijn; vinden); ; ; ;
🔗 In mijn wereld acht men mij geleerd.

DutchEnglish
geacht dear; esteemed; honourable; reputable; respected; well‐thought‐of
achten account; consider; count; deem; esteem; feel; hold; hold in esteem; hold in high esteem; judge; reckon; regard; respect; think; pay attention to
hooggeacht of good standing; esteemed; highly esteemed