English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word respect

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
(abide by);
respect
; ; ;
respect
(devotion; respectability)
(appearance; aspect; look; sight; view; countenance; guise; looks)
(mind; observe; comply; mark; watch; abide by); ; ; ; ; ;
in all respects
(in every respect; in every way)
ĉiurilate
in every respect
(in all respects; in every way)
;
ĉiurilate
without respect of persons
zonder aanzien des persoons
sen konsidero al la persono
respectable
(estimable)
;
respectable
(honourable)
;
self‐respect
(dignity)
zelfrespect
self‐respect
(self‐esteem)
zelfrespect

EnglishDutch
respect aanzien; achten; achting; betreffen; betrekking hebben op; eerbied; eerbiedigen; eerbiedigheid; eerbiediging; hoogachten; hoogachting; ontzag; ontzien; opzicht; respect; respecteren
be held in respect in aanzien zijn
give him my respects doe hem de groeten
have respect for respect hebben voor; respecteren
in all respects alleszins
in every respect alleszins; in alle opzichten; in ieder opzicht
in other respects anders
in respect of met betrekking tot; ten aanzien van; uit het oogpunt van; vanwege
in some respect enigermate
in some respects in sommige opzichten
in this respect in dit opzicht; te dien opzichte
not respect somebody the less of it iemand er niet minder om aanzien
pay one’s respects zijn opwachting maken
pay one’s respects to gaan begroeten; zijn opwachting maken bij
pay one’s respects to somebody bij iemand zijn opwachting maken
respect oneself zichzelf respecteren
send one’s respects de complimenten doen; laten groeten
with all respect met alle respect
with due respect met alle respect; met verschuldigde eerbied
without respect of persons zonder aanzien des persoons; zonder aanziens des persoons
without respect to zonder te letten op
with respect met alle respect; met respect
with respect to betreffende; met betrekking tot; op; ten aanzien van; ten opzichte van
with respect to that dienaangaande
disrespect gebrek aan eerbied; oneerbiedigheid
respectable aanzienlijk; achtbaar; achtenswaardig; eerbiedwaardig; eerzaam; fatsoenlijk; net; respectabel; solide; van standing
respected geacht; gezien; geëerd
respectful eerbiedig
respecting aangaande; betreffende; ten aanzien van
self‐respect zelfrespect