Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word lasteren

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(kwaadspreken)
slander
;
defame
;
libel
;
malign
;
vilify
;
backbite
🔗 U hebt me belasterd en alle moeite gedaan om ons in het verderf te storten.
(blasfemeren)
blaspheme
(blasfemeren; godlasteren; ketteren)
blaspheme
; ; ;
(kwaadspreker)
slanderer
🔗 Wie zijn deze lasteraars?
defamatory
;
slanderous

DutchEnglish
lasteren calumniate; defame; slander; traduce; vilify
belasteren smear; asperse; backbite; belie; calumniate; cast aspersions on; defame; libel; malign; traduce; vilify; slander
godlasteren blaspheme
lasteraar backbiter; calumniator; defamer; maligner; mud‐slinger; vilifier; slanderer
lasterlijk calumnious; defamatory; libellous; ribald; scandalous; slanderous; blasphemous; slanderously; blasphemously
lastertaal slander