Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word liesstreek

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
groin
🔗 Een kogel was door zijn lies gegaan en een andere had een lelijke wond in zijn zij gemaakt.
(foefje; kneep; kunstgreep; toer; truc; handigheidje)
trick
;
🔗 Hij heeft me met zijn streken voor de gek gehouden.
(contreie; gebied; gewest; landstreek; regio; contrei);
🔗 Ik ben vreemd in deze streek.
(haal; schrap; streep)

DutchEnglish
liesstreek groin area
lies groin
streek artifice; brush; caper; chuck; clime; district; prank; region; tract; trick; stroke; touch; wangle; part of the country; point