Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word ossehuid

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(dierevel; pels; vacht; vel); ; ;
🔗 Hun kledij was gemaakt van de huiden van vogels en het dorp scheen maar weinig beschaafde gemakken te bieden te hebben.
(vel);
🔗 Hij nam haar in zijn armen en liep zo naar buiten, zich bewust van de warmte van haar huid en de zachtheid van haar soepele jonge lichaam tegen het zijne.
; ;
🔗 Er was eens een oude man die drie dieren had: een kat, een haan en een os.

DutchEnglish
ossehuid oxhide
huid coat; fell; hide; pelt; skin
os bullock; ox; steer