Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word winstbejag
| Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
|---|---|---|
| (baatzucht; inhaligheid; winzucht) | selfishness | |
🔗 Reden nummer één is dus winstbejag. | ||
| (jacht maken op; jagen; jagen op) | ; | |
🔗 Secundaire schade ontstaat als dieren die emelten bejagen, zoals vogels en mollen, bij de jacht op emelten het gazon omploegen. | ||
| (baat; gewin; verdienste) | ; ; | |
| (baat; gewin; profijt; voordeel) | ; | |
🔗 Bovendien bewees Fogg steeds dat hij speelde om het spel en niet om de winst. | ||
| Dutch | English |
|---|---|
| winst | ⇆ advantage; ⇆ gain; ⇆ gainings; ⇆ haul; ⇆ lucre; ⇆ margin; ⇆ profit; ⇆ return |