Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word zege

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(triomf; zegepraal)
(overwinning; victorie)
🔗 Volgens Oekraïense bronnen is de herovering van Lyman een belangrijke zege voor het land.
🔗 Bij de vrouwen ging de zege naar de Zimbabwaanse Sharon Tavenga.
(triomferen; zegepralen)
triumph
;
prevail
🔗 Hij zegeviert altijd.

DutchEnglish
zege triumph; victory
zegevieren conquer; prevail; triumph; win; be victorious