English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word change colour

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
(variation; fluctuation; variance; varying)
(amend);
(alter; convert; shift);
🔗 Something had changed.
(alteration; conversion; transformation);
(about‐face; alteration; conversion; transformation; shift); ;
🔗 Perl has gone through many changes since the time Larry Wall conceived it.
(interchange; swap; exchange; share; switch; trade); ; ; ;
(small money); ;
🔗 But now if you’ll pardon me, I want to change.
(alter; convert; turn; shift)
🔗 But that doesn’t change the fact that when you break those rules, you open Pandora’s box.
🔗 The bitwise negation changes 1s to 0s and 0s to 1s in the binary representations of the operands.
(paint; stain)
(dye)
🔗 Turner pained many masterpieces with only two colours.
(paint);
(dye; paint)
(colouring; colourway)

EnglishDutch
change colour een kleur krijgen; van kleur verschieten
change afwisseling; een schone luier omdoen; inwisselen; inwisseling; kentering; kleingeld; mutatie; ommekeer; omruilen; omslaan; omwisselen; overgang; overstappen; pasgeld; pasmunt; ruilen; ruilen van; schoon goed; veranderen; veranderen van; verandering; verkeren; verruilen; verschonen; verversen; verwisselen; verwisselen van; verwisseling; wisselen; zich omkleden; zich verkleden
colour bemantelen; beïnvloeden; blozen; dekmantel; drukinkt; een kleur krijgen; een verkeerde voorstelling geven van; huidskleur; inkleuren; kleur; kleuren; kleursel; kleurtje; schijn; tint; tintje; vaandel; vendel; verbloemen; verf; verven