English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word evil

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
(bad);
🔗 Never before had the presence of evil so poignantly oppressed me.
(badness)
(perverse; wicked)
malvirta
🔗 Was he evil?
evil
(vice)
;
(fault; foul); ;
; ;
🔗 Two of the most evil persons in the world, Gim Jeong‐eun and Vladimir Putin, are going to meet in Vladivostok, Russia.
evildoer
(malefactor; wrongdoer)
evildoer

EnglishDutch
evil boos; erg; euvel; kwaad; kwaal; kwalijk; onheil; onzalig; slecht; snood
a necessary evil een noodzakelijk kwaad
be of evil uit den boze zijn
evil genius kwade genius
in an evil hour te kwader ure
king’s evil scrofulose
money is the root of all evil geld is de wortel van alle kwaad
return evil for good goed met kwaad vergelden
sufficient unto the day is the evil thereof elke dag heeft genoeg aan zijn eigen kwaad; geen zorgen voor de dag van morgen; wie dan leeft, wie dan zorgt
the evil eye het boze oog
the lesser of two evils het minste van twee kwaden
evildoer boosdoener
evilly op slechte wijze
evil‐minded boosaardig; kwaadaardig; kwaadwillig
evil‐smelling kwalijk riekend
evil‐speaking kwaadspreken