English–Dutch dictionary
Dutch translation of the English word fool’s dress
English | Dutch (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
een verband omleggen ; verzorgen van een wond | ||
(clothe; fit; suit; array; attire) | ; | vesti |
🔗 Muttering under his breath, he dressed hurriedly. | ||
(get dressed) | ; toilet maken | vestiĝi |
(get dressed; dress oneself) | ||
(article of clothing; apparel) | ; ; | |
(gown; robe) | ||
(costume; outfit; suit) | ; ; | |
(robe) | ||
🔗 Her dresses hung on a cloakstand, the last of the room’s furnishings. | ||
(Abderite) | ; ; | |
🔗 Don’t be an old fool, Cenn! | ||
(cheat; defraud; swindle) | mistifikaĉi | |
(hoax; mystify; trick; befuddle; bewilder; play tricks on) | ; | |
(ass; clod; nit; lackwit) | stomkop | |
🔗 What, you young fool, do you not realize that you could not have made the dog a more kindly gift? | ||
(freak; zany) | ||
(mislead) | ; op een dwaalspoor zetten | |
🔗 But no one is fooled. | ||
(cheat; deceive; con; delude; mislead; trick; bamboozle; beguile; dupe) | ; ; | |
(jester) |
English | Dutch |
---|---|
fool’s dress | ⇆ narrenpak |
dress | ⇆ aankleden; ⇆ aanmaken; ⇆ ambtsgewaad; ⇆ avondtoilet; ⇆ bekleden; ⇆ bemesten; ⇆ bereiden; ⇆ bewerken; ⇆ dos; ⇆ dracht; ⇆ een verband leggen op; ⇆ gala; ⇆ gewaad; ⇆ japon; ⇆ jurk; ⇆ kappen; ⇆ klaarmaken; ⇆ kleden; ⇆ kleding; ⇆ kleed; ⇆ kleren; ⇆ kostuum; ⇆ mesten; ⇆ opmaken; ⇆ pappen; ⇆ pavoiseren; ⇆ prepareren; ⇆ richten; ⇆ roskammen; ⇆ schoonmaken; ⇆ tenue; ⇆ toilet; ⇆ toilet maken; ⇆ tooien; ⇆ verbinden; ⇆ zich aankleden; ⇆ zich kleden; ⇆ zich richten |
fool | ⇆ bedonderen; ⇆ bedotten; ⇆ beduvelen; ⇆ beuzelen; ⇆ dwaas; ⇆ foppen; ⇆ gek; ⇆ gekheid maken; ⇆ hofnar; ⇆ idioot; ⇆ in de maling nemen; ⇆ kruisbessenvla; ⇆ kwast; ⇆ mallen; ⇆ malloot; ⇆ nar; ⇆ nemen; ⇆ onbenul; ⇆ stomkop; ⇆ stommerd; ⇆ stommerik; ⇆ vernachelen; ⇆ voor de gek houden; ⇆ zot |