English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word pinwheel

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
(skittle)
alpingli
(bolt)
(bolt)
met bouten vastmaken
bolti
(needle)
🔗 My wife sent me to buy pins!
wheel
;
wheel
(handlebars; helm; rudder; handlebar)
;
wheel
(roll)
wheel
(turn around; turn back; turn round; turn; recourse; resort; whirl; apply)
; ; ; ; ;

EnglishDutch
pinwheel molentje
pin bout; clip; insluiten; kegel; keil; luns; nagel; opprikken; opsluiten; pen; pin; pincode; pinnen; prikken; schroef; speld; spelden; speldje; spie; stift; tap; vasthouden; vastklemmen; vastpinnen; vastprikken; vastspelden; vastzetten
wheel cirkelen; draaien; draaischijf; kruien; laten zwenken; pottenbakkersschijf; rad; rijden; roer; rollen; schijf; spinnewiel; stuur; stuurrad; voortrollen; wiel; wielrijden; zwenken; zwenking