English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word quality control

English	Dutch (translated indirectly)	Esperanto
control (operate; work; enable; implement; actuate)	bedienen	funkciigi
control (reign; rule; governance; regulation; ruling; ascendancy; ascendance)	bestuur ; besturen	regado
🔗 All these forms of control have been tried and tested in Thailand in the past.
control (bridle; check; restrain; curb; inhibit; rein in; contain)	bedwingen	bridi
control (break; subdue; train)	africhten ; dresseren ; tot gehoorzaamheid dwingen	obeigi
control (controller)	controller	regilo
control	regelaar	regulilo
control (management)	regie ; staatsadministratie ; staatsmonopolie	regio
control	controleren ; regeren	regi
quality (property; attribute)	eigenschap	eco
quality	kwaliteit	kvalito
🔗 Since then, that’s the only place where he buys insulin, Carlisle says, and he’s never had a problem with its quality.
quality (prime; sound)	deugdelijk	bonkvalita

English	Dutch
quality control	⇆ kwaliteitscontrole
control	⇆ bedienen; ⇆ bediening; ⇆ bedieningspaneel; ⇆ bedwang; ⇆ bedwingen; ⇆ beheer; ⇆ beheersen; ⇆ beheersing; ⇆ beheren; ⇆ beperking; ⇆ bestrijden; ⇆ bestrijding; ⇆ besturen; ⇆ besturing; ⇆ bestuur; ⇆ controle; ⇆ controleren; ⇆ in bedwang houden; ⇆ leiden; ⇆ leiding; ⇆ macht; ⇆ nakijken; ⇆ regelaar; ⇆ regelen; ⇆ regeling; ⇆ regelknop; ⇆ regeren; ⇆ toezicht; ⇆ zeggenschap; ⇆ zelfbeheersing
quality	⇆ deugd; ⇆ eigenschap; ⇆ gehalte; ⇆ hoedanigheid; ⇆ hoge stand; ⇆ kwaliteit