English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word reconcile

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
reconcile
(bring into agreement; square; bring into accord)
in overeenstemming brengen
; ;
tot overeenstemming brengen
reconcile
repacigi
reconcile
zich verzoenen
repaciĝi
reconcilable
verenigbaar
akordigebla
reconcilable
verzoenbaar
repacigebla

EnglishDutch
reconcile overeenbrengen; verzoenen
reconcile differences geschillen bijleggen
reconcile oneself to it zich erin schikken; zich ermee verzoenen
reconcile oneself with verzoend raken met; zich verzoenen met
reconcile to verzoenen met
reconcile with overeenbrengen met; verenigen met; verzoenen met
reconcilable verenigbaar; verzoenbaar
reconcilement verzoening
reconciliation verzoening