English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word social

English	Dutch (translated indirectly)	Esperanto
social	gezellig ; maatschappelijk ; sociaal	socia
🔗 Despite social and legal opposition, at the end of the 19th century the condom was the Western world’s most popular birth control method.
social (welfare)	maatschappelijk ; sociaal	sociala
social (extroverted; outgoing; sociable)	gemakkelijk in de omgang	societema
social medium	sociaal medium	socia komunikilo
antisocial (unsocial)	asociaal ; onmaatschappelijk	kontraŭsocia
antisocial	ongezellig	malsocietema
socialism	socialisme	socialismo
socialist	socialist	socialisto
socialist (socialistic)	socialistisch	socialisma
socialist (socialistic)	socialistisch	socialista
socialize	socialiseren	socialigi
socially	maatschappelijk ; sociaal	sociale
socially	maatschappelijk ; sociaal	socie
sociology	sociologie	sociologio
unsocial (antisocial)	asociaal	kontraŭsocia

English	Dutch
social	⇆ gezellig; ⇆ gezellig avondje; ⇆ maatschappelijk; ⇆ sociaal; ⇆ van de grote wereld
a social risk	⇆ een politiek onbetrouwbaar persoon
live on social security	⇆ bijstand trekken; ⇆ van de bijstand leven; ⇆ van de bijstand trekken
social academy	⇆ sociale school
social animal	⇆ kuddedier
social call	⇆ beleefdheidsbezoek
social climber	⇆ streber
social club	⇆ gezelligheidsvereniging
social democrat	⇆ sociaal‐democraat
social democratic	⇆ sociaal‐democratisch
social difference	⇆ standsverschil
social drinker	⇆ gezelligheidsdrinker
social historian	⇆ cultuurhistoricus
social history	⇆ cultuurgeschiedenis; ⇆ cultuurhistorie
social insurance	⇆ sociale verzekering
social intercourse	⇆ gezellig verkeer; ⇆ maatschappelijk verkeer
social misfit	⇆ mislukkeling; ⇆ onaangepast persoon
social philosopher	⇆ cultuurfilosoof
social science	⇆ gedragswetenschap; ⇆ sociologie
social scientist	⇆ gedragswetenschapper; ⇆ socioloog
social security	⇆ bijstandsuitkering; ⇆ sociale verzekering; ⇆ sociale zekerheid
social service	⇆ maatschappelijk werk
social work	⇆ maatschappelijk dienstbetoon; ⇆ maatschappelijk werk; ⇆ sociaal werk
social worker	⇆ hulpverlener; ⇆ maatschappelijk assistent; ⇆ maatschappelijk werker; ⇆ maatschappelijk werkster; ⇆ sociaal assistent; ⇆ sociale werkster
the social scale	⇆ de maatschappelijke ladder
antisocial	⇆ asociaal; ⇆ onmaatschappelijk
socialism	⇆ socialisme
socialist	⇆ socialist; ⇆ socialistisch
sociality	⇆ gezelligheid
socialize	⇆ gezellig omgaan; ⇆ socialiseren; ⇆ zich sociabel gedragen
socially	⇆ maatschappelijk; ⇆ sociaal
sociology	⇆ sociologie
unsocial	⇆ asociaal; ⇆ buiten de normale werktijd vallend