Engels–Nederlands woordenboek

Nederlandse vertaling van het Engelse woord bell pepper

Engels → Nederlands
  
EngelsNederlands (indirect vertaald)Esperanto
bell pepper
(paprika; sweet pepper; pepper)
;
(jingle bell);
(cloche; dish‐cover)
(chilli; red pepper; chilli pepper; capsicum)
(paprika; sweet pepper)
🔗 It warns that UK production of peppers could fall from 100 million last year to 50 million this year, with cucumbers down from 80 million to 35 million.

EngelsNederlands
bell pepper paprika
bell bel; bengel; een bel aanbinden; een bel omdoen; glas; klok; klokje; luchtbel; paviljoen; rinkelbel; schel; schreeuwen
pepper beschieten; bespikkelen; bestoken; bestrooien; paprika; peper; peperen; spikkelen; strooien