Engels–Nederlands woordenboek

Nederlandse vertaling van het Engelse woord companion in distress

Engels → Nederlands
  
EngelsNederlands (indirect vertaald)Esperanto
companion
(accompanist)
;
companion
(buddy; comrade; pal; crony)
; ; ;
companion
(buddy; comrade)
; ; ; ; ;
(afflict; cause pain; give pain; sadden)
(destitution; indigence; need; penury; privation; want);
(afflict; grieve)
tristigi
(sadness; affliction; grief; ordeal; pain);
zieleleed
(affliction; sorrow; trial; woe); ; ;
(hurt; afflict; grieve; pain; cause pain to); ;
pijn veroorzaken
(pain; ache; soreness);
wee
;
(torment; agonize; harass)
(torment; torture); ; ; ;
temptatie
(afflict; aggrieve)
(vex; annoy; worry; aggravate; irk)

EngelsNederlands
companion in distress lotgenoot
companion <laagste graad in ridderorde>; begeleider; bovenste achterdek; campagne; genoot; gezel; gezellin; gezelschap houden; gezelschapsdame; gezelschapsjuffrouw; kameraad; kornuit; maat; makker; metgezel; metgezellin; pendant; tegenhanger; tochtgenoot; vergezellen
distress angst; armoede; bedroeven; benauwdheid; benauwen; beslag; beslaglegging; ellende; executie; in beslag leggen; kwellen; leed; nood; pijnlijk zijn; smart; tegenspoed; zorg