Engels–Nederlands woordenboek

Nederlandse vertaling van het Engelse woord fill

Engels → Nederlands
  
EngelsNederlands (indirect vertaald)Esperanto
(occupy; take up)
enspaci
(fill in; fill up; imbue; permeate); ;
(occupy; take; engage; hold; involve); ; ;
(become full; imbue);
pleniĝi
(block; clog; stop up; choke; congest; plug; stuff; tamp; stop; stopper)
ŝtopi
(stop);
plombi
fill in
(fill; fill up; imbue; permeate)
fill up
(fill; fill in; imbue; permeate)
;
fill up
enverŝi ree
fill up
plenigi ree
fill up
; ;
fill up
(silt up; silt)
plenŝlimi
(accomplish; perform; exercise; execute)
(execute)
🔗 Your penalty thereupon is fulfilled.
(abide by; keep; meet; observe; honour); ; ;
🔗 The rules of the contest shall be fulfilled.

EngelsNederlands
fill aanvullen; bekleden; beslaan; bezetten; doen zwellen; innemen; inschenken; invullen; opproppen; opstoppen; plamuren; plomberen; stoppen; uitvoeren; vervullen; verzadigen; volgieten; volgooien; vollopen; vólmaken; volraken; volschenken; volscheppen; voorzien in; vullen; vulling; waarnemen; zich vullen
drink one’s fill ’m flink raken
eat one’s fill zich verzadigen; zijn buik vol eten
fill in dempen; dichtgooien; dichtmaken; dichtstoppen; invallen; invullen; waarnemen
fill in somebody iemand op de hoogte brengen
fill in time de tijd doden
fill out bollen; dik worden; invullen; opvullen; vullen
fill the bill geschikt zijn; precies zijn wat nodig is; voldoen
fill the place of de plaats vervullen van; in de plaats komen van; in de plaats komen voor; vervangen
fill up aanvullen; beslaan; bijladen; bijvullen; brandstof innemen; dempen; dichtgooien; dichtslibben; geheel vullen; innemen; invullen; opvullen; plempen; tanken; toegooien; vol doen; volgieten; volgooien; volstromen; vullen; zich geheel vullen
fill with vervullen met
have eaten one’s fill voor de mast zitten
it fills you up het vult de maag
I’ve had my fill of it ik ben het zat
look one’s fill zich zat kijken
filler binnenwerk; bladvulling; pauzefilmpje; plamuur; plamuursel; vulsel
filling machtig; opvulsel; plombe; plombeersel; stopmiddel; tandvulling; voedzaam; vulling; vulsel; zwaar
fulfil afwikkelen; beantwoorden aan; gevolg geven aan; nakomen; naleven; ten uitvoer brengen; vervullen; volbrengen; voldoen; voldoen aan; voldoening geven; voldoening schenken; volvoeren; waarmaken; zich houden aan
landfill stortterrein
refill nieuwe vulling; opnieuw vullen; vulling; weer aanvullen