Engels–Nederlands woordenboek
Nederlandse vertaling van het Engelse woord infrequent
Engels | Nederlands (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
frequent (common; commonplace; regular) | ; | ofta |
frequent (attend) | ; |
Engels | Nederlands |
---|---|
infrequent | ⇆ infrequent; ⇆ schaars; ⇆ zeldzaam |
frequent | ⇆ bezoeken; ⇆ dikwijls bezoeken; ⇆ druk; ⇆ frequent; ⇆ frequenteren; ⇆ herhaald; ⇆ herhaald voorkomend; ⇆ menigvuldig; ⇆ omgaan met; ⇆ vaak voorkomend; ⇆ veelvuldig; ⇆ verkeren met |
infrequency | ⇆ zeldzaamheid |
infrequently | ⇆ infrequent; ⇆ zelden |