Engels–Nederlands woordenboek

Nederlandse vertaling van het Engelse woord mount guard

Engels → Nederlands
  
EngelsNederlands (indirect vertaald)Esperanto
(preserve; protect; save)
(keep; look after; watch over; preserve; safeguard; watch)
(marshal; watchman; warden; warder); ;
🔗 A guard has been killed in an attack on Azerbaijan’s embassy in Iran, the country’s ministry of foreign affairs says.
(custody; protection; security; vigil; watch);
;
(conductor; ticket‐collector)
(custodian; guardian; watch)
🔗 Guards, make sure the prince doesn’t leave this room until I come and get him.
(sentry; sentinel)
(assemble; erect; set; stage)
munti
(rise)
(aggrandize; get big; get large; grow big; grow large);
groot worden
(launch; float); ; ;
van stapel laten lopen
🔗 Some military analysts have been sceptical, however, about Russia’s ability to mount a large new offensive in the coming weeks.
(mountain)
(ascend; climb; scale)
🔗 He mounted winding stone stairs and at last came out on the roof of his castle Miir, high above the river Derna.
(ascend; climb; go up; arise); ;
naar boven gaan
; ; ;
🔗 Hungarian president Katalin Novák resigned on Saturday after coming under mounting pressure for pardoning a man convicted of helping to cover up sexual abuse in a children’s home.

EngelsNederlands
mount guard de wacht betrekken; de wacht hebben
guard beenbeschermer; behoeden; beschermen; beschermer; bescherming; beschutting; beugel; bewaken; bewaker; bewaking; cipier; conducteur; dekking; garde; gardist; gevangenbewaarder; gevangenenbewaarder; gevangenisbewaarder; gevechtspositie; hoede; hoeden; leuning; lijfwacht; op zijn hoede zijn; oppassen; ordedienst; positie; scherm; stootkant; stootplaat; treinconducteur; vuurscherm; waakzaamheid; wacht; wachter; waken; zich hoeden; zich wachten
mount beklimmen; berg; beslaan; bestijgen; een paard geven; een rijdier geven; fixeren; in scène zetten; inzetten; klimmen; klimmen op; laten opzitten; monteren; montuur; naar boven gaan; op gaan; op rijden; op touw zetten; opgaan; oplopen; opplakken; opspannen; opstellen; opstijgen; opzetten; opzitten; organiseren; plaatsen; prepareren; rijdier; rijpaard; stappen op; stijgen; te paard zetten; vatten; zetten