Nederlands–Engels woordenboek

Engelse vertaling van het Nederlandse woord fabel

Nederlands → Engels
  
NederlandsEngels (indirect vertaald)Esperanto
fable
;
🔗 In de fabel vindt een boer een zieke slang.
(sprookjesachtig; fabuleus)
fabulous
🔗 Fabelachtige dieren dolen door deze streken.
(fabelachtig)
fabulous
🔗 „Ah,” verzuchtte Leblanc, „de fabuleuze meneer zelf.”

NederlandsEngels
fabel apologue; fable; myth; tale
dierenfabel beast fable; animal fable
fabelachtig fabled; fabulous; story‐book
fabeldichter fabulist
fabelleer mythology
fabuleus fabulous