Nederlands–Engels woordenboek
Engelse vertaling van het Nederlandse woord kleindochter
Nederlands | Engels (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
🔗 Zijn dochter Irina en zijn twee kleindochters zaten naast zijn kist. | ||
great‐granddaughter | ||
🔗 Dara vertelde me dat ze Benedicts achterkleindochter was, en dat haar bestaan voor Amber geheim was gehouden. | ||
🔗 Agnes, zijn vrouw, is mijn dochter. | ||
(luttel; min; gering) | ; | |
🔗 De kleine man vloekte. | ||
minor | minora | |
🔗 Ga jij vliegen met kleine kinderen? | ||
🔗 Een kleine groep Nepalezen vecht aan Oekraïense zijde. | ||
🔗 De kleine waarde van de gravitatieconstante verklaart waarom er tussen voorwerpen in het dagelijks leven geen aantrekkingskracht wordt waargenomen. |
Nederlands | Engels |
---|---|
kleindochter | ⇆ granddaughter |
achterkleindochter | ⇆ great‐granddaughter |
dochter | ⇆ daughter; ⇆ girl |
klein | ⇆ small‐time; ⇆ baby; ⇆ bare; ⇆ cheap; ⇆ cramped; ⇆ diminutive; ⇆ exiguous; ⇆ little; ⇆ minor; ⇆ minute; ⇆ narrow; ⇆ nominal; ⇆ petty; ⇆ puny; ⇆ small; ⇆ tiny; ⇆ wee; ⇆ weeny; ⇆ scrubby; ⇆ short; ⇆ tiddly; ⇆ slight; ⇆ vest‐pocket |