Nederlands–Engels woordenboek

Engelse vertaling van het Nederlandse woord treeplank

Nederlands → Engels
  
NederlandsEngels (indirect vertaald)Esperanto
(schap)
🔗 Helemaal beneden nam ik een lantaarn van de plank.
;
plank
🔗 Zonder verder aandringen rende Sabriël de plank over, met Mogget achter zich aan.
(lopen; stappen; benen);
🔗 Hij trad naar voren en greep het doosje van de tafel af.
(opstapje; trede)
rung
;
stair
;
🔗 De gang eindigde bij de onderste tree van een trap.

NederlandsEngels
treeplank foot‐board; footplate; running board; sill
plank batten; board; plank; shelf
treden tread; step; walk
tree stair; step; pace; rung