Nederlands–Engels woordenboek
Engelse vertaling van het Nederlandse woord uitscheiding
Nederlands | Engels (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
(afscheiden) | excrete | |
(afscheiden) | ||
(aflaten; ophouden; stoppen; uitscheiden met; afbreken) | ; ; | |
🔗 Ik schei ermee uit. |
Nederlands | Engels |
---|---|
uitscheiding | ⇆ close down; ⇆ discontinue; ⇆ excretion |
uitscheiden | ⇆ discontinuance; ⇆ discontinuation; ⇆ egest; ⇆ excrete; ⇆ finish; ⇆ quit; ⇆ stop; ⇆ leave off |