Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word lampepit

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(kousje; lont; pit); ;
(peer)
🔗 Wanneer de lamp gaat branden, hebben we te maken met een elektrolyt.
🔗 Hij daalde af naar de kajuit en ontdekte daar dat iemand twee lampen voor het venster had gezet.
; ; ;
(kousje)
(pittigheid; vuur);
zing
🔗 Ze had pit.

DutchEnglish
lampepit lamp‐wick
lamp bulb; lamp; valve; torch
pit bounce; burner; eye; kernel; kick; marrow; nucleus; oomph; pip; pit; pith; wick; zing; seed; stone; spirit; body