English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word lay to rest

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
(put down);
🔗 A cold hand was laid on his shoulder.
leke‐
;
(put off; take off; put down); ; ; ; ;
(be deposited; be in the keeping)
esti deponita
(repose)
🔗 You may rest a little now.
(repose)
(prop; support; buttress; strut; stanchion; back)
(remainder; balance);
🔗 Rand stared at the man’s eyes almost as much as at the rest of him.
(remain; stay; stay over; abide; keep; stop; tarry)
(support; sustain; bolster; buttress; prop; underpin; back up; prop up)

EnglishDutch
lay to rest bedaren; naar zijn laatste rustplaats brengen; sussen; te ruste leggen
lay aangaan; aanleggen; amateur‐; ballade; bannen; beleggen; bezweren; dekken; een beurt geven; gereedzetten; indienen; installeren; klaarzetten; leg; leggen; leken‐; leke‐; lied; ligging; neerleggen; neuken; nummertje; plaatsen; smeden; spannen; verwedden; wereldlijk; wip
rest baseren; bedding; blijven; bok; haak; laten rusten; overblijfsel; overige; overschot; pauze; reservefonds; residu; rest; restje; rust; rust geven; rust hebben; rusten; rustig blijven; rustpauze; rustplaats; rustpunt; rustteken; rusttijd; staartje; steun; steunen; steuntje; tehuis; telefoonhaak; uitrusten; verpozing; zich verpozen