Engels–Nederlands woordenboek

Nederlandse vertaling van het Engelse woord cross bearing

Engels → Nederlands
  
EngelsNederlands (indirect vertaald)Esperanto
bearing
(pillow‐block)
bearing
(manner; mode; way; fashion; style)
;
bearing
(azimuth)
bearing
(angry; heated; wild);
verstoord
kruci
(peevish; pettish; petulant; morose)
(cover; pass);
🔗 Then you have crossed the Fer Aquilas?
(transverse; crosswise)
(cross out; cancel; overstrike); ;
een streep halen door
;
trastreki
(step across; exceed; overstep)
🔗 A rude cross lay flat upon the barren earth and on it was bound a man—half‐naked, wild of aspect with his corded limbs, glaring eyes and shock of tangled hair.

EngelsNederlands
cross bearing kruispeiling
bearing bearing capacity; betekenis; betrekking; draagwijdte; dragen; gedrag; houding; kussen; kussenblok; lager; ligging; peiling; portee; relevant; richting; strekking; uitstek; verhouding; wapenbeeld
cross balorig; boos; doorsníjden; drenzerig; dwars oversteken; dwarsbomen; elkaar kruisen; kruis; kruisen; kruising; kruisje; narrig; ordekruis; overschrijden; oversteken; spinnijdig; tegenwerken; trekken over; verstoord; óvervaren