Engels–Nederlands woordenboek

Nederlandse vertaling van het Engelse woord residential

Engels → Nederlands
  
EngelsNederlands (indirect vertaald)Esperanto
(dwelling‐place; domicile)
woonplaats
(habitation)
(abode; dwelling)
🔗 The search operation at K̲h̲an’s residence could trigger more violence as the South Asian country grapples with political and economic instability.
🔗 Russia’s unguided missiles hit an industrial plant and residential areas of N’ju‐Jork in the Donecʹk region, killing three people.
(inhabitant; denizen);
🔗 But the bridge remains treasured by residents and visitors alike.

EngelsNederlands
residential buurt‐; residentieel; woon‐
residential allowance huishuurindemniteit
residential area residentiële vuurt; villawijk; woonwijk
residential block huizenblok
residence huis; inwoning; lokaliteit; verblijf; verblijfplaats; woning; woonplaats
resident bewoner; ingezetene; intern; inwonend; inwoner; minister‐resident; resident; vast; woonachtig