Nederlands–Engels woordenboek

Engelse vertaling van het Nederlandse woord eengezinshuis

Nederlands → Engels
  
NederlandsEngels (indirect vertaald)Esperanto
<nedifina artikolo>
🔗 Ik zit gaarne in een café.
(een zeker); ; ;
(familie; huisgezin)
🔗 ’s Zondags wandelden we met het gezin in het bos.
🔗 Zeker 40.000 huizen in de hoofdstad Manilla zijn verwoest.
🔗 Er moet hier in huis veel veranderen.

NederlandsEngels
een a; an; any; one; some
gezin family; home; household; nuclear family
huis establishment; home; house; housing; place; premises; residence; tenement

Het woord eengezinshuis kon door ons niet in de geselecteerde doeltaal vertaald worden.