English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word wedding feast

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
wedding‐feast
(wedding; wedding‐party)
(banquet)
bankedi
(banquet); ;
(celebration; festival; party; festivity; fiesta; fête)
(feast‐day)
wedding
wedding
(wedding‐party)
wedding
(wedding‐feast; wedding‐party)
wedding
trouwplechtigheid
geedziĝa soleno
wedding
(marriage)
;
wedding
(marriage)
wedding
(wedding ceremony; nuptials)

EnglishDutch
wedding‐feast huwelijksfeest; trouwfeest
feast banketteren; brassen; feest; feesten; feestmaal; feestmaaltijd; feestvieren; feestviering; festijn; fuiven; gastmaal; gastmalen; onthalen; slempen; smullen
wedding bruiloft; huwelijk; huwelijksfeest; trouwerij; trouwfeest